‘Het gebed opent de deur naar de hoop’

Tijdens de algemene audiëntie van 20 mei riep paus Franciscus  op  om God te prijzen en dankbaar te zijn dat we bestaan.

De biddende mens overweegt het mysterie van het bestaan om zich heen; hij ziet de sterrenhemel boven hem en hij vraag zich af welk liefdesplan er achter zo’n geweldig werk zit !
Wat is de mens in die uitgestrekte ruimte? ‘’Bijna niets ‘’, zegt een psalm ( vlg.89,48 ): een wezen dat geboren wordt en sterft, een uiterst zwak schepsel. En toch is het menselijk wezen in heel het universum het enige schepsel dat zich bewust is van die overvloed aan schoonheid. Het gebed van de mens is nauw verbonden aan het gevoel van verwondering. De grootsheid van de mens is extreem klein als je die afzet tegen de omvang van het universum. Zijn grootste overwinningen lijken weinig voor te stelleen…. Maar de mens is niet niets. In het gebed komt een gevoel van barmhartigheid krachtig naar voren. Niets bestaat zomaar: het geheim van het universum zit in een vriendelijke blik die iemand in onze ogen ontwaart. In de relatie met God ligt de grootsheid van de mens. Van nature zijn wij klein, maar door onze roeping zijn wij kinderen van de grote Koning ! Het is een ervaring die velen van ons hebben beleefd. Als  het leven, met al zijn verbittering, soms het geschenk van het gebed in ons dreigt te verstikken, is stilstaan bij een ster aan de hemel, een zonsopgang, een bloem genoeg om weer een sprankje dankbaarheid op te wekken. Het gebed is de eerste kracht van de hoop. Als je bidt, groeit je hoop. Ik zou zeggen dat het gebed de deur naar de hoop opent. Want mensen van gebed bewaren de basale waarheden; het zijn de waarheden die ze herhalen, allereerst aan zichzelf en dan aan alle anderen: dat dit leven, ondanks alle moeilijke dingen en beproevingen, ondanks de moeilijke dagen, vol genade is waarover je je kunt verwonderen. En daarom dient het leven altijd beschermd en verdedigd te worden. Mannen en vrouwen die bidden, weten dat de hoop sterker is dan de ontmoediging. Ze geloven dat de liefde sterker is dan de dood, en dat die op een dag zeker zal overwinnen, ook al is het in tijden en op manieren die wij niet kennen. Het gezicht van mannen en vrouwen die bidden, weerkaatst lichtstralen, want zelfs op de donkerste dagen blijft de zon hen verlichten. Het gebed verlicht je: het verlicht je ziel, je hart en je gezicht. Ook in de donkere tijden, ook in tijden van de grootste pijn.
Wij zijn allemaal in staat vreugde te brengen. Dit leven is een geschenk dat God ons heeft gegeven. Het is te kort om dat in droefheid door te brengen. Laten we God prijzen en simpelweg blij zijn dat we bestaan. Laten we naar het universum kijken, naar de schoonheid. En laten we ook naar onze kruizen kijken en zeggen: ‘’ Maar U bestaat, U heeft ons zo gemaakt, voor U.’’
Wij zijn de kinderen van de Grote Koning, van de Schepper en in staat om Zijn hand in de hele schepping te zien. In die schepping waarvoor we vandaag niet goed zorgen is de hand te zien van God die deze uit liefde heeft gemaakt. Moge de Heer ons dit steeds beter leren begrijpen en ons ertoe brengen om ‘’ dank je wel ‘’ te zeggen. En dit ‘’ dank je wel ‘’ is een mooi gebed.
( Woord van de paus uit Katholiek nieuwsblad 29 mei 2020 )

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *