Waar worden mensen nou écht gelukkig van?

Dit waren de woorden die ik in mijn preek uitsprak in de viering van 4 oktober jl. Geen moment hoefde ik daar over na te denken, omdat mijn hoofd en hart nog helemaal vol waren van de geboorte van onze eerste kleinzoon Lenny, een geluksgevoel die veel verder gaat dan al het materiele bij elkaar…..welke je mogelijk ook kunt ervaren als een kind zomaar iets voor jou heeft gemaakt,  of misschien wel voor vader of moederdag. Gewoon iets kleins, een tekening of een kus welke gevoelens oproepen van verbondenheid, van liefde … over wat je kunt betekenen voor elkaar, de houding die Jezus ons heeft voorgedaan, om Hem daarin te volgen. Onderstaand schrijven komt van Opa Leo Fijen, de man die we denk ik allemaal wel kennen van het Geloofsgesprek op zondagmorgen. Hartelijke groet, Diaken Hans Bruin

Opa
Op een koude zaterdagmorgen loop ik mijn wekelijkse route naar de winkels in mijn dorp. Ik ben later dan normaal en verbaas me over het lege dorpsplein. Ik zie bijna geen dorpsgenoten. Voor het eerst is het echt koud deze winter. Misschien schrikt de vrieswind mensen af. Als ik daarover loop na te denken, zie ik in de verte mijn kleinzoon aan komen lopen. Steeds weer als hij opa of oma ziet, gaat hij van enthousiasme en blijheid huppelen. Ook nu springt hij van puur plezier naar mij toe. Die onbevangenheid en puurheid van mijn kleinzoon wennen nooit en maken het zachtste in mijn ziel wakker. Ik wacht hem op met open armen en geef hem een dikke kus. Zijn moeder is mijn dochter, ze komt me tegemoet met de winkelwagen. Daarin zit met speen de andere kleinzoon, nog maar één jaar jong. Hij moet lachen als ik zijn speen uit zijn mond haal. En hij maakt smakkende geluiden met zijn mond. Dan vraagt hij eigenlijk om een kus van opa. Die krijgt hij, midden op het dorpsplein, in een snijdende kou. En juist nu merk ik niets van deze kou. Want ik voel mij opgetild door mijn twee kleinkinderen. De oudste doet dat met zijn huppelende blijheid. De jongste wil een zoen van opa. Het gaat in het leven niet om woorden, maar om liefde die geen woorden nodig heeft. Ik word op deze koude ochtend bevestigd als grootvader. Ik ben een gezegend mens die mag delen in de warmte van kleinkinderen. Door een huppelpas en een zoen. Daar kan geen vrieskou tegenop.  (Auteur: Leo Fijen uit de bundel: Alles wat me dierbaar is.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *